Op onze hotlist: de Mercedes-Benz W113 SL Pagode (1963)

Tijdens de autoshow van Genève in 1963 trok Mercedes-Benz het doek van de W113 SL. De tweezits cabriolet/roadster verving destijds zowel de 190 SL als de 300 SL en was daarmee de tweede generatie van de SL, wat staat voor ‘Sport Leicht’ of ‘Super Leicht’. De motorkap, kofferdeksel en deurpanelen zijn gemaakt van aluminium en zorgen ervoor dat de W113 SL 1.300 kilogram weegt.

De W113 SL werd ontwikkeld onder leiding van technisch directeur Fritz Nallinger. Tijdens de onthulling van de auto zei Nallinger dat Mercedes-Benz een zeer veilige en snelle sportwagen wilde ontwikkelen, die ondanks zijn sportieve inborst een zeer hoge mate van reiscomfort moest bieden.

Dat heeft Mercedes-Benz bewerkstelligd door de auto te bouwen op een ingekort chassis van de W111 in combinatie met krachtige remmen. Ook was het de eerste Mercedes-Benz waar radiaalbanden onder gemonteerd werden. Alle modellen van de W113 SL werden voorzien van een zescilinder motor. De W113 SL was er als 230 SL, 250 SL en 280 SL.

Het design komt uit de koker van Friedrich Geiger, die eerder de 500K/540K en 300 SL ontwierp. De W113 SL kreeg stijlelementen van zijn iconische voorgangers mee. Hoofdontwerpers Paul Bracq en Béla Barényi creëerden daarnaast voor de auto een lichte afneembare hardtop. Vanwege de bijzondere holle vorm hiervan kreeg de kreeg de W113 SL al snel de bijnaam Pagode. Er was ook een softtop en een optionele afneembare hardtop. Later ontwikkelde Mercedes-Benz nog de 250 SL California Coupe, waarbij de softtop was vervangen door een neerklapbare achterbank.

Motorenkeuze W113 SL

Mercedes-Benz begon in juni 1963 met de productie van de 230 SL. Deze werd voorzien van een handgeschakelde vierversnellingsbak of een automatische vierversnellingsbak, die 150 pk op de achterwielen overbrachten. In 1966 introduceerden de Duitsers nog een handgeschakelde ZF vijfversnellingsbak. In januari 1967 werd de productie van de 230 SL gestaakt en zijn er in totaal 19.831 auto’s van dit model van de band gerold. 

Eind 1966 startte Mercedes-Benz de productie van de 250 SL en kwam deze in 1967 als opvolger van de 230 SL op de markt. Naast een volledig nieuwe benzinemotor die eveneens 150 pk voortbracht werd dit model voorzien van een grotere brandstoftank en nieuwe schijfremmen achter. De productie van de 250 SL zou al in januari 1968 worden gestopt, waardoor deze versie een van de zeldzaamste modellen uit de W113-serie is. In totaal zijn er 5.196 exemplaren geproduceerd.

In december 1967 ging de 280 SL in productie en bleef dat tot februari 1971. De belangrijkste wijziging ten opzichte van de 250 SL was een sterkere verbrandingsmotor met 170 pk. Deze vermogenstoename was te danken aan het uitboren van de motor uit de 250 SL. Uiteindelijk zijn er van de 280 SL naar verluidt 23.885 geproduceerd, waarvan meer dan de helft in de Verenigde Staten aan de man zijn gebracht.

Elektrificatie W113 SL

Dat de W113 populair is blijkt ook uit het feit dat bedrijven kijken om de klassieker toekomstbestendig te maken. Ombouwspecialist Everrati heeft de zes-in-lijnmotor vervangen door een elektromotor die 300 pk genereert. Steeds meer partijen elektrificeren oldtimers, wat volgens ons zowel voor- als nadelen met zich meebrengt.

Waardeontwikkeling W113 SL

Mede door het klassieke design en onberispelijke bouwkwaliteit is de Mercedes-Benz W113 SL populair. De prijzen voor een exemplaar dat in goede conditie verkeert schommelen rond de €50.000, afhankelijk van welke versie het is. Vooral van de vrij exclusieve 250 SL is de waarde flink opgelopen.