Het definitieve einde voor dieselmotoren komt in zicht

Een korte geschiedenis van de dieselmotor

De ontwikkeling van de dieselmotor had net als de motor zelf wat langer de tijd nodig om goed warm te lopen.

De geschiedenis van de dieselmotor begon in 1982 bij de Duitse uitvinder Rudolf Diesel. In dat jaar vroeg meneer Diesel octrooi aan voor zijn uitvinding en wist Maschinenfabrik Augsburg-Nürnberg (de voorloper van MAN trucks) te strikken als investeerder.

In eerste instantie werden de eerste dieselmotoren alleen toegepast in zware industriële machines. Let wel, deze motoren veroorzaakten veel lawaai, roet en trillingen. Hoewel Rudolf Diesel in 1913 overleed, bleef truckfabrikant MAN de dieselmotor verder ontwikkelen. Begin jaren twintig wist het bedrijf het toerental van de dieselmotor beter te reguleren en was de dieselmotor ook geschikt voor rijdende voertuigen. In 1924 was de eerste dieseltruck (MAN) een feit.

Pas in de jaren dertig van de vorige eeuw waren Mercedes-Benz en Peugeot de volgende die aan de slag gingen met de dieselmotor. In eerste instantie alleen voor bedrijfswagens, maar in 1933 verschenen ook de eerste personenauto’s met dieselmotor. De primeur ging naar de Hanomag Rekord en de Mercedes-Benz 260D. In 1953 lanceerde Fiat een dieselversie van de 1400.

Het duurde uiteindelijk nog tot 1976 voordat de dieselmotor daadwerkelijk zou doorbreken op de particuliere markt. Dit was te danken aan de introductie van de Volkswagen Golf diesel. Toch vielen de prestaties van deze auto tegen ten opzichte van zijn benzinemotor aangedreven soortgenoten. Met dank aan de ontwikkeling de dieselturbomotor werd dat prestatieverschil opgelost. Dieselauto’s waren hierdoor net zo comfortabel en krachtig als benzineauto’s. In 1979 bracht Peugeot de 604 op de markt met de eerste turbodieselmotor en vanaf dat moment waren dieselmotoren niet meer uit het straatbeeld weg te denken.

‘C’est la vie’ voor Renaultdiesels

Helaas komt aan alles een einde. Met name Europese overheden werken hard aan het terugdringen van de CO2-uitstoot. Met de ontwikkeling van schonere alternatieven zoals (semi) elektrische auto’s lijkt het doek te vallen voor de relatief vervuilende dieselmotor.

Naast het Franse Renault gingen autofabrikanten als Honda en Volvo al voor in het afbouwen van de ontwikkeling van hun dieselmotorengamma. De huidige generatie Renaultdiesels zullen dus de laatste van het Franse automerk zijn.

Gevolgen voor bestaande dieseloldtimers

Toch zal de dieselauto voorlopig nog niet helemaal uit het straatbeeld verdwijnen en dat geldt ook voor dieseloldtimers. Wij begrijpen dat juist deze specifieke groep zich wellicht zorgen maakt over de eventuele gevolgen van deze ontwikkeling voor hun bolide. Vooralsnog lijken deze mee te vallen.

Bij de pomp verandert er voorlopig weinig. Diesel zal ook de komende jaren nog overal beschikbaar zijn. Wel is de naam is bij sommige pompstations veranderd naar B7 en zijn er ook alternatieve dieselsoorten bijgekomen, zoals biodiesel (B10, B30 en B100) en plantaardige diesel (ook wel blauwe diesel genoemd). Wij raden u echter aan om het voor uw klassieke dieselauto bij B7 te houden. Ook hebben automerken aangegeven dat losse onderdelen voor dieselmotoren voorlopig genoeg voorhanden zullen zijn.

Een nadelige ontwikkeling voor de dieselauto is de opkomst van milieuzones in stadscentra. Tenzij u een speciale ontheffing aanvraagt, mag u met uw dieseloldtimer bepaalde stadscentra niet meer inrijden.

Sinds begin 2019 krijgen eigenaren van dieselauto’s een toeslag van 15% bovenop de MRB. Dit wordt ook wel de fijnstoftaks genoemd. Valt uw dieselauto onder de oldtimerregeling? Dan hoeft u niet deze zogenoemde fijnstoftaks af te dragen.

Oldtimerverzekering voor uw dieseloldtimer

Tot slot kunt u ook voor uw dieseloldtimer natuurlijk gewoon een passende oldtimerverzekering afsluiten. Voor zowel dekkingen als premieopbouw en voorwaarden wordt er geen onderscheid gemaakt in brandstoftype.